De zee speelt tot op de dag van vandaag een belangrijke rol bij de ontwikkeling van dit gebied. Niet zo gek. Onze gemeente ligt immers op het Zeeuwse schiereiland Walcheren en wordt voor een groot deel omringd door de zee.

Karakteristiek kreekruggenlandschap

Zo bepaalde de zee het huidige landschap. Stormvloeden in de vroege Middeleeuwen zorgden ervoor dat er een netwerk van kreken in het veenlandschap ontstond. Deze kreken verlandden na verloop van tijd en de venen klonken in. Daardoor ontstond het voor Walcheren zo karakteristieke kreekruggenlandschap met de lager gelegen poelgronden.

Drastische landschappelijke verandering

Op de kreekruggen bouwden onze voorvaderen de eerste nederzettingen en later werden steeds meer lager gelegen gebieden ingepolderd. Onze kerkringdorpen Serooskerke, Aagtekerke, Gapinge, Grijpskerke, Meliskerke, Biggekerke en Koudekerke zijn zo ontstaan. Het kreekruggenlandschap is door de eeuwen heen intact gebleven. Walcheren was de tuin van Zeeland. Totdat de inundatie (onderwaterzetting) van 1944 en de ruilverkaveling die daarop volgde het landschap drastisch veranderden.

Walcheren onder water

Om strategische redenen zetten de geallieerden Walcheren aan het eind van de Tweede Wereldoorlog onder water; de zogenaamde inundatie. Op Walcheren had het Duitse leger namelijk grote, zwaarbewapende bunkers; de Atlantikwall. Hierdoor konden de geallieerden de haven van Antwerpen niet bereiken. In de herfst van 1944 begon de operatie en bombardeerden zij de dijk van Westkapelle.

Deltawerken

Tijdens de Watersnoodramp van 1953 hielden we het op Walcheren redelijk droog. Toch is door de aanleg van de Deltawerken, met als innovatief hoogtepunt de Oosterscheldekering, het gevaar voor overstromingen ook hier verminderd. De Veerse Gatdam verbindt Walcheren met Noord-Beveland. Bovendien ontstond met de bouw van deze dam het Veerse meer; bij veel mensen een geliefd watersportgebied.

Veere: handelsstad en vissershaven

De haven van de stad Veere staat sinds de Deltawerken niet meer in verbinding met de zee. Dat was daarvoor wel anders. Al voor de Gouden Eeuw was Veere een belangrijke handelsstad, onder andere als stapelplaats voor Schotse wol. Na deze bloeiperiode, waarvan vele gebouwen in de stad nog getuigen, werd Veere tijdens de Bataafse Republiek een vissershaven. Nu is het een toeristische trekpleister, dankzij haar historische karakter en alle watersportmogelijkheden.

Heilzaam zeewater

Ook onze kustplaatsen Vrouwenpolder, Oostkapelle, Domburg, Westkapelle en Zoutelande kunnen ieder jaar weer rekenen op vele bezoekers. En daarop zijn de kernen ingesteld. Zo heeft Domburg nog steeds de grandeur van het fin de siècle. Rond 1835 kwamen de eerste badgasten naar deze levendige stad, onder andere voor de heilzame, medicinale werking van het zoute zeewater.

Samenspel tussen lucht en zee

De echte bloeitijd brak aan in 1885 toen de vooruitstrevende arts Johann Georg Mezger naar Domburg kwam. Welgestelde, adellijke en zelfs Koninklijke gasten kwamen bij hem kuren. Veel van de statige villa’s die toen verrezen, zijn bewaard gebleven. Naast deze badgasten streken ook kunstenaars als Piet Mondriaan en Jan Toorop in Domburg neer. Zij werden aangetrokken door het Zeeuwse licht dat ontstaat door het samenspel tussen lucht en zee.